Je leert verschillende diersoorten en rassen herkennen en benoemen. Ook kijk je of dieren goed gehuisvest zijn en zich prettig voelen. Verder verzorg je de dieren elke dag en doe je ook grotere klussen die af en toe nodig zijn. Zo ontdek je stap voor stap hoe je op een goede en fijne manier met dieren omgaat.

Je leert hoe je een tuin of stuk landschap goed verzorgt en onderhoudt. Daarbij stel je een onderhoudsplan op en voer je zelf seizoensgebonden klussen uit. Je herkent verschillende planten en weet wat ze nodig hebben om te groeien en gezond te blijven. Daarnaast werk je aan het plaatsen en onderhouden van voorzieningen zoals bankjes of speeltoestellen. Op die manier ontdek je hoe je een buitenruimte netjes én veilig houdt.

Je gaat werken met motoren en machines die veel voorkomen in de landbouw en tuinbouw. Verschillende soorten brandstofmotoren herken je al snel, en je weet hoe je deze op de juiste manier onderhoudt. Ook raak je vertrouwd met het herkennen van machines, het benoemen van onderdelen en het zorgen voor een goede werking. Daarnaast houd je je bezig met elektrische circuits voor verlichting: je legt ze aan, sluit ze aan en weet hoe je storingen kunt oplossen.